Maeterlinck's departure
makes the impression of my absence deep furrows
in the sandy bed
in which a thousand affable fish are dying like in low
monotonous water
orchids of unanswered loves I grow in my blue
bell-jar protected
from bird guzzle away from the shadow of trees and walls
my ground is
tired and calcified and yet the foliage is growing visibly
under the warm roof
of steel and glass I’m already taking root in future cities
I shall kiss you who
else is there to kiss by the side of the houses I’m getting up now
walking across
rooftops speaking to anyone who wants to listen you’ll get your place
back in the spring
Het vertrek van Maeterlinck
trekt de afdruk van mijn afwezigheid diepe voren
in het zanderige bed
waarin duizend minzame vissen sterven als in laag
eentonig water
teel ik orchideeën van onbeantwoorde liefdes in mijn blauwe
stolp beschermd
tegen vogelvraat weg van schaduw van bomen en muren
mijn bodem is
moe en verkalkt en toch groeit het gebladerte zienderogen
onder het warme dak
van staal en glas ik schiet al wortel in toekomstige steden
ik zal je kussen wie
anders zou ik kussen langs de kant van de huizen ik sta op nu
loop over
daken spreek tot iedereen die horen wil je krijgt je plaats terug
in de lente